HET ONDERHOUD VAN DE TAPPEN EN KURK-RINGEN

Wat moet je doen als een van de kurkringen van je blokfluit los gaat zitten of kapot is? Als de kurkring om de tap slijt en kapot gaat dan kun je hem beter verwijderen en vervangen door garen. De fabrikant gebruikt namelijk alleen maar kurk omdat dat goedkoper is aan te brengen dan een wikkeling van garen.
En hoe kun je het beste draad om de tappen wikkelen? Hieronder volgen een aantal praktische tips.
Als je meerdere en ook grote blokfluiten hebt dan gebruik je veel tappenvet. Het recept om het zelf te kunnen maken staat ook op deze pagina.

Als de kurkring om een tap door het vele gebruik te dun is geworden dan gaat het deel van de fluit dat daar overheen schuift te los zitten. Dit probleem is op de volgende manier nog enigszins te verhelpen.
Smeer de kurkring dik in met tappenvet. Steek een kaars aan en houd de kurkring daar op 10 à 15 centimeter boven, terwijl je de blokfluit ronddraait. Blijf alsmaar ronddraaien en stop nooit! Je zult het tappenvet al vrij snel vloeibaar zien worden en gaan glimmen. Als je voorzichtig doorverwarmt dan zal het tappenvet er zelfs vanaf gaan druppelen. Stop nu met verwarmen en laat alles weer afkoelen.
De truc is dat door het verwarmen de lucht in de kurkring uitzet en ontsnapt. Bij het afkoelen krimpt de lucht weer en zal er op de plaats van de ontsnapte lucht tappenvet komen te zitten. Hierdoor wordt het kurk iets dikker en als je geluk hebt zal dit net genoeg zijn om de tap weer goed te laten passen. Als de tap na deze behandeling nog steeds te los zit dan heb je geen keus meer: dan zul je alsnog de kurkring moeten vervangen door draad.
Zelf heb ik de ervaring dat je de kurkring na bovenstaande behandeling en na het afkoelen het beste voorzichtig droog kunt poetsen. Want het vet zorgt voor teveel 'gladheid' waardoor het kop- (of voet)stuk er nog steeds te gemakkelijk vanaf glijdt.
Daniëlle Janssen schreef hier over: bij mij heeft het aardig effect gehad. Als de stukken op elkaar zaten, dan zat er echt speling tussen. Daarna niet meer, dus bij mij heeft het zeker wel gewerkt (zie foto).

Veel reparateurs gebruiken contactlijm om de kurkringen vast te lijmen. Als de kurk los gaat zitten en het heeft nog de goede vorm, dan zou je dit ook kunnen proberen. Als er echter stukjes kurk ontbreken of als de kurk vervormd is dan kun je de kurk en lijmresten met een mesje wegkrabben en er draad omheen winden. Gebruik altijd garen dat slijtvast is, b.v. knoopsgatgaren of polyester siersteekgaren, verkrijgbaar in vrolijke kleurtjes bij de HEMA. Je blokfluit is dan duidelijk herkenbaar, maar er is niemand die dat ooit zal zien, behalve jij zelf.
Van een blokfluitdocent hoorde ik dat die waxed tandfloss adviseert, zoals ‘waxed dentotape’ van Johnson & Johnson . Die floss hecht lekker aan elkaar en geeft een effect alsof de draad verzadigd is met tappenvet. Het werkt het beste als je niet de draad om de tap windt, maar de fluit draait en de draad strak houdt, zodat er geen kronkels in de draad komen.

De draad hoeft niet aan de blokfluit te worden vastgeknoopt; een paar strakke windingen over het einde van de draad voorkomen dat hij wegglijdt. Wind daarna een paar lagen draad om de tap en controleer daarbij af en toe dat de blokfluitonderdelen nog in elkaar geschoven kunnen worden. Als het uiteinde nauwsluitend, maar niet te strak past, breek dan de draad af en wind het eindje gewoon verder om de tap. Je kunt de draad nu insmeren met tappenvet. Dit zorgt ervoor dat de draad op zijn plaats blijft en dat de onderdelen gemakkelijker over elkaar glijden.

Een van de voordelen van het gebruik van draad is dat als de verbinding te los gaat zitten, je er gewoon wat meer daad omheen kunt winden en als de verbinding te strak wordt, je er gewoon een laagje draad af kunt halen.
Als je de draad goed verzorgt door hem regelmatig in te vetten dan zul je geen probleem hebben met losse eindjes die er bij gaan hangen. Als dit wel het geval is dan is dat een teken dat de draad weer moet worden ingevet.

Er is literatuur uit de 18de eeuw bekend waarin geadviseerd wordt om het begin van de draad op de tap vast te zetten met bijvoorbeeld zegellak. Het is namelijk frustrerend om te merken dat je de onderdelen niet los kunt krijgen omdat de draadwinding meedraait met het onderdeel dat je er vanaf probeert te draaien.

Een andere handige methode voor het aanbrengen en vastzetten van de draad is de volgende: houd de fluit in je linkerhand steek het uiteinde van het garen in de boring van de fluit. Leg een lus over de tap heen en houd deze lus met je linkerduim vast. Ga nu met je rechterhand garen over de tap (en dus ook over de lus) wikkelen. Doe dit losjes en slordig, zodat de wikkeling door de vele kruisingen van de draad meer veerkracht krijgt. Als de tap nagenoeg past dan leg je er nog één serie goed strakke wikkelingen omheen. Deze strakke wikkelingen snijden namelijk in de veerkrachtige onderlaag. Daardoor zit deze goed vast en bovendien, áls er draden doorslijten, dan zullen dat waarschijnlijk niet de laatste, strakke wikkels zijn, zodat de wikkeling zelfs dan op zijn plaats blijft. Knip het garen af en steek dit einde door de lus die je met je linker duim nog steeds vasthoudt. Haal nu de begindraad uit de boring en trek hieraan, waardoor de lus, samen met de einddraad, onder de wikkeling komt te zitten. Knip nu de uitstekende draden bij de rand van de wikkeling af.
Op de foto is heel duidelijk het principe van deze methode te zien. Hij komt van de website van de Franse blokfluitmaker Philippe Bolton, die op zijn website nog meer handige tips heeft staan.

Tappenvet is een mengsel van zuurvrije vaseline en stearine (kaarsvet). Je maakt het door een pot zuurvrije vaseline au bain-marie op te warmen. Als het volledig vloeibaar en helder is geworden dan houd je er een stearinekaars in zodat deze langzaam smelt en zich met de vaseline vermengt. Ga hiermee door totdat er circa 10% meer vloeistof is ontstaan. Daarna laat je het mengsel afkoelen en hard worden.
Als je het tappenvet voor kurk nodig hebt dan kan het beter iets dunner zijn, terwijl het voor het invetten van draad beter wat dikker kan zijn. Wanneer het tappenvet niet de gewenste dikte blijkt te hebben dan verwarm je het weer au bain-marie en voeg je vaseline toe om het dunner te maken of stearine om het vet dikker te maken.

Daniëlle Janssen heeft haar ervaringen met het zelf maken van tappenvet voor ons opgeschreven.
Ik heb twee eetlepels vaseline, die samen ongeveer de inhoud van het bakje van een waxinekaarsje vulden, in een klein pannetje gedaan en dit in een groter pannetje met water gezet om het au bain-marie op te warmen. Toen heb ik een waxinekaarsje gepakt, daar een kwart van afgesneden en die kwart ook ongeveer door de helft. Het kleinste stukje was waarschijnlijk circa 10 % van het geheel, dus dat stukje heb ik bij de gesmolten vaseline gedaan. Alles goed doorverwarmd en toen het nog heet was heb ik het in een klein glazen schaaltje gegoten en het laten stollen. Toen het was afgekoeld had ik echt tappenvet. Ik heb het op de kurkringen van mijn alt gesmeerd en dat ging goed. Het werkt dus prima!
Je kunt natuurlijk ook een groter bakje nemen met wat meer kaars, maar zo wist ik de maat goed. Het pannetje was gemakkelijk schoon te maken door het met heet water uit te spoelen en daarna af te wassen.