DE DUIMSTEUN

Aldo Abreu (prof. of Recorder, New England Conservatory) schreef dat hij de duimsteun alleen nuttig vindt voor altblokfluiten. Hij vindt dat ze bij kleinere fluiten niet nodig zijn, terwijl ze bij grotere fluiten als tenor en bas niet bruikbaar zijn omdat dit van zichzelf al veel zwaardere instrumenten zijn, die bij het gebruik van een duimsteun een te grote belasting van de rechter duim zouden veroorzaken.
De functie van de duimsteun bij de alt is volgens hem om de vingers gedurende moeilijke passages vrij te maken.

De ideale positie van de duimsteun ligt een fractie boven de neutrale positie van de duim als hij geen duimsteun gebruikt. Deze neutrale positie ligt ongeveer tegenover het midden tussen de gaten 4 en 5.
Er zijn verschillende argumenten voor deze positie. Ten eerste, als de duimsteun te laag zit, wordt de duim in een gespannen, ongemakkelijke hoek geplaatst. Als de duimsteun te hoog zit, is het voor de vingers 6 en 7 moeilijk de gaten goed af te sluiten. En tot slot plaatst Abreu de duimsteun net boven het neutrale punt omdat hij vindt dat de duimsteun tijdens het spelen niet de hele tijd gebruikt moet worden, omdat dit de duim vermoeit en spanning in de duimspieren veroorzaakt.
Dus, gedurende gemakkelijke passages moet de duim zich op het neutrale punt bevinden, waarbij hij geen gebruik maakt van de duimsteun, terwijl de vingers 6 en 7 zo nodig gebruikt kunnen worden voor het in balans houden van het instrument. Bij moeilijkere passages laat je de duim naar boven glijden tegen de duimsteun aan. Op deze manier gebruik je de duimsteun wanneer hij nodig en nuttig is, terwijl hij niet in de weg zit als hij niet nodig is.

Iets anders is de hoek waaronder de blokfluit tijdens het spelen moet worden gehouden. Voor sopranino-, sopraan- en altblokfluiten zou de hoek ongeveer 45° moeten zijn ten opzichte van het lichaam. Voor de tenorblokfluit moet de hoek zelfs nog groter zijn. Hoe zwaarder de blokfluit, hoe horizontaler je hem wilt houden, omdat hij door zijn gewicht gemakkelijker tussen je vingers naar beneden glijdt. Op een horizontaler niveau zijn de vingers vrijer om te bewegen en heb je minder de nijging om het instrument 'vast te willen houden’. Echter, hoe horizontaler je de fluit houdt, des te meer wordt je schouder belast.
Veel gemakkelijker (en lichter te hanteren) is dan dus het gebruik van een duimsteun of sling, waardoor je nek of je duim met naar beneden hangende arm het werk doen om de fluit in positie te houden.

Anderen vinden een duimsteun belangrijk omdat:
a. het voorkomt het probleem van wegglijden / stevig vastpakken van de blokfluit;
b. de vingers van de rechter hand hebben meer vrijheid;
c. hij is bij een goede plaatsing een gids voor de plaats van de vingers van de rechter hand;
d. hij helpt bij een goede balans.
Een slechte gewoonte is dat sommige spelers, die gewend waren om zonder duimsteun te spelen, doorgaan met de duim tegen de fluit te drukken of zelfs met de duim en vingers in de fluit te knijpen, in plaats van de duimsteun alleen maar als ondersteuning te gebruiken. Een andere slechte tendens is om de steun nabij of op het eerste duimgewricht te laten rusten, waardoor de rechterhand in een verkeerde stand wordt gehouden.