BLOKFLUITNAMEN

Als je op het internet eens rondkijkt dan vind je een aanzienlijke hoeveelheid namen voor de verschillende blokfluiten, soms zelfs verschillende namen voor de dezelfde soorten blokfluiten. Hier onder wordt getracht een beetje orde in deze chaos te scheppen. Met dank aan Peter van Marissing, Joost Jansen en Philip van Geens voor hun aanvullingen.

Eerst maar eens de bekende soorten blokfluiten op een rijtje van hoog naar laag:
Naamook wel
laagste toon
sopranino
f2
sopraan
c2
alt
f1
tenor
c1
basbasset
f
grootbas
c
contrabassubbas
F
subgrootbas
C
subcontrabassubsubbas
F'

Het voorvoegsel 'sub' betekent hier dus 'een octaaf lager dan'.

Van c2 (sopraan) -> f1 (alt) is een kwint en van f1 (alt) -> c1 (tenor) is een kwart.
De kwint en de kwart zijn samen een hele octaaf. Dus de f-instrumenten verschillen precies een octaaf van elkaar en uiteraard verschillen ook de c-instrumenten precies een octaaf van elkaar.
De bas klinkt dus precies een octaaf lager dan de alt en de tenor klinkt precies een octaaf lager dan de sopraan.

In de moderne notenbalken van tegenwoordig (Bas- en G-sleutel) passen de toonhoogten van alle fluiten niet even makkelijk.
Door het grote aantal hulp-lijntjes zou een stuk muziek voor bas, sopraan of sopranino al gauw onleesbaar worden.
Daarom wordt de muziek voor sommige fluiten een octaaf lager geschreven dan hoe deze moet klinken. Dit is boven de notenbalk aangegeven met '8va' van 'octava', of kortweg '8'.
Helaas gebeurt dit niet consequent en zeker niet in de moderne lesboeken. Als je tenor gaat spelen, kom je er dus waarschijnlijk achter dat de noten voor sopraan altijd 'verkeerd' stonden en dat de noten voor de tenor wel staan waar ze horen. Zie het onderste deel van de afbeelding hiernaast.

Jammer genoeg zijn er geen bindende afspraken over de namen van de verschillende blokfluiten. Er zijn talloze stemmingen en namen in gebruik geweest. De meest bruikbare is naar mijn mening de klassieke, die op de indeling van Praetorius en Virdung gebaseerd is:

Gar klein Flötleineen sopranino in g, een toon hoger dan de huidige sopranino
Sixt fluteeen sopraan in d
Discant Flöt in deen sopraan in d
Discant Flöt in conze huidige sopraan in c
Fourth flutesopraan in bes
Alt Flöt in geen alt in g
Voice fluteeen alt in d, of zo je wilt een tenor in d
Tenor Flöt in cde huidige tenorblokfluit
Fourth fluteeen tenor in bes
Basset Flöt in fde huidige basblokfluit
Bass Flöt in Beseen toon lager dan de huidige grootbas
Gross Bassflöt in Fsub- of contrabas

Opmerking: In de eerste helft van de 18e eeuw noemde men doorgaans alle blokfluiten kleiner dan een alt 'flauto piccolo'. Dat kon dus zowel de sopraanblokfluit in het bekende Sammartiniconcert zijn, als de sixth flute in BWV 103, als ook de sopranino in enkele Vivaldiconcerten en in BWV 96.