DE POSITIE VAN DE RECHTER HAND

Walter van Hauwe (The Modern Recorder Player, Vol. 1, Publ. Schott) heeft een heel hoofdstuk van 10 pagina’s (inclusief diagrammen) gewijd aan hoe je een blokfluit op de juiste wijze vasthoudt.
Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste punten.

Het gewicht van de blokfluit rust uitsluitend op de onderlip en de rechter duim, waarbij alle vingers ontspannen zijn en vrij zijn om te bewegen. Probeer niet om de blokfluit ‘vast te houden’, maar vinger 7 kan helpen om hem in balans te houden.

Gebruik je linkerhand om de blokfluit horizontaal voor je te houden (niet in je mond) en zet vingers 4 en 7 (rechter hand) onder een rechte hoek op de blokfluit. Sluit nu je ogen en beweeg je rechter duim naar de fluit en zoek een gemakkelijke plaats voor de duim zonder de positie van je rechterhand te veranderen. Zorg ervoor dat de blokfluit ongeveer op de helft van het eerste duimkootje rust en niet op de top van de duim, want hij moet het gewicht van het instrument dragen.
Laat nu je linkerhand los en breng de fluit in een verticale positie (alleen vastgehouden door de duim en vingers 4 en 7). Wijzig de positie van de duim eventueel nog iets als dat nodig is, totdat de blokfluit in een perfecte balans is en niet probeert weg te kantelen. Dit is de voor jou correcte duimpositie en geeft aan waar je eventueel een duimsteun moet plaatsen. Het moet gezegd worden dat deze positie voor iedereen anders kan zijn.
Als je nu de vingers 5 en 6 neerzet is het net of ze te lang zijn, dus zou je ze iets kunnen buigen om ze ontspannen op de gaatjes te zetten. Maar het moeten niet persé de topjes van de vingers zijn die de gaatjes bedekken; misschien vindt je het meer ontspannen als de gaatjes bedekt worden door de onderkant van het eerste vingerkootjes. Als het gaatje maar goed gesloten wordt.

Houdt de blokfluit nu in je rechterhand in de verticale positie zoals hierboven beschreven is en ontspan je vingers zoveel dat hij er net niet tussenuit glipt. Breng het instrument nu naar je mond en laat het op je onderlip zakken onder een hoek van ongeveer 45° met je lichaam. Je hebt vinger 4 nu niet meer nodig om de blokfluit vast te houden, terwijl vinger 7 alleen helpt om hem in evenwicht te houden.
Breng nu je linkerhand naar de blokfluit en hopelijk zijn al je vingers nu in een ontspannen speelpositie, waarbij ze allemaal (inclusief je linker duim) vrij zijn om te bewegen.